
Naar Spanje verhuizen is niet gelijk aan verhuizen naar het paradijs. Natuurlijk is het er zonnig en zijn er prachtige stranden maar het is ook een plaats die je gek kan maken als je de regeltjes niet kent. Hierna volgen tien tips om uw leven te vergemakkelijken eenmaal men in Spanje woont.
Tip 1
Wanneer je te maken krijgt met de Spaanse bureaucratie, denk dan aan “De Wet van het Eentje Te Weinig”, het maakt niet uit van hoeveel documenten je fotokopie’s neemt, er zal er altijd een ontbreken of te weinig zijn. Kijk altijd na of je elk document, plus fotokopie, meeneemt en neem voor alle veiligheid nog enkele andere documenten mee, ook al denk je ze niet nodig te hebben.
Wees geduldig. Wees assertief. Neem genoeg leesmateriaal mee. Neem bij voorkeur iemand mee die de klappen van de zweep al kent en kijk vooral met een fijne kam het document dat men aflevert na op fouten in de naam, data, rekeningnummer enz, voor men het bureau verlaat. Elke onontdekte fout zal u jaren terugzetten in de afhandeling van uw dossier.
Tip 2
Vergeet de fooi voor de butanero niet.
Deze man brengt de “twee ton” zware gasfles tot in uw woning,
zelfs als hij daar een aantal trappen moet voor doen en denk er aan,
in de winter is hij uw enige bron voor uw verwarming.
Tip 3
Als het uw verjaardag is, lummel dan
niet al wachtend rond tot iemand u een drankje zal aanbieden.
Verwacht ook op uw werkplek niets speciaals. Spanjaarden bekijken
een verjaardag helemaal anders dan dat wij gewoon zijn.
Het is uw verjaardag, het is uw probleem. Alsof het nog niet erg genoeg is dat er een jaartje meer op de teller staat, je moet uw collega’s en vrienden trakteren. Is uw kind jarig, vergeet geen grote zak met snoep zodat er kan gedeeld worden met de klasgenootjes.
Tip 4
Ga in augustus niet naar het strand.
Drie kwart van de Spaanse bevolking zit in deze maand op het strand.
In augustus zal je in een restaurant uren moeten wachten voordat je
kan bestellen, nog eens enkele uren voordat het bestelde op uw tafel
staat en dan is het nog eindeloos wachten voordat men de rekening
brengt. Op dat moment kan je er ook voor kiezen om een “sinpa”
te worden‘ (dat komt van sin pagar ofwel zonder betalen).
Tip 5
Ga niet naar de bank/ immobiliën
kantoor/ postkantoor/ garage tussen 9.30 en 11.00. Op dat moment
staat er een wachtrij voor een overwerkte, gestreste werknemer die
het fort moet openhouden.
Wil je een bepaald iemand zien, dan kan je er zeker van zijn dat hij/zij in de dichtstbijzijnde bar voor een tweede ontbijt zit. Dus, als je ze niet kan verslaan, doe dan met hen mee en bestel een grote koffie (café con leche) met een lekkere toast belegd met olie, tomaat en extra ham, kaas, tonijn of een mengeling daarvan.
Tip 6
Denk er verder aan, kinderen worden
niet alleen gehoord en gezien. Zij worden op elk moment van de dag
opgepakt zodat ze kraaien van plezier, zij mogen tijdens de
zomermaanden zo laat opblijven tot het moment dat hun ouders ook gaan
slapen en men grijpt niet in als zij in een café/restaurant luid
roepend rondlopen en dat op een moment dat jij enkel wil genieten van
een lekkere maaltijd of een drankje.
Tip 7
Wil je de aandacht trekken van de
barman dan helpt een beleeft opgestoken vingertje of een stil
‘perdone‘ of ‘disculpe‘ (excuseer me) u helemaal
niet.
Schraap je keel en laat je sinds tientallen jaren ingebouwde beleefdheid varen en schreeuw, “¡Oiga!” (luister, persoon die ik niet ken). Ben je echt in form schreeuw dan “¡Oye!” (luister persoon die ik niet ken maar die ik wel wil spreken).
Denk er verder aan dat uw intonatie ook vriendelijk kan klinken en glimlach verder.
Tip 8
Denk er aan, tijd is relatief. In Spanje
duurt de ochtend (la mañana) tot 14.00. De namiddag (la tarde)
duurt tot valavond, er is in het Spaans geen woord voor avond, en de
vroege uurtjes hebben een speciale naam: la madrugada.
Tip 9
Probeer in augustus zo weinig mogelijk
een beroep te moeten doen op openbare diensten en op het
bedrijfsleven kortom zie dat je niemand nodig hebt. Spanje is in
deze maand niet aan het werk en wil je naar het strand, kijk dan eens
op punt vier.
Tip 10
Spreek niet over het
Catalaans, Valenciaans of Gallego als dialecten van het Spaans of het
Castiliaans. Je riskeer een klap op de neus als je praat met een
Catalaan, Valenciaan of een Galiciër. Het zijn allemaal officiële
talen en in hun autonome regio’s zijn zij evenwaardig aan het
Castiliaans.