EHBO bij brand en vrieswonden

  1. Brandwonden
  2. Vrieswonden

1.Brandwonden

Brandwonden kunnen veroorzaakt worden door warmte, elektriciteit, wrijving, straling en scheikundige producten

1.1 Graden

In functie van de beschadigde huidlagen wordt aan een brandwonde een eerste, tweede of derde graad toegekend.

  • Eerste graad: enkel de opperhuid is verbrand en het verbrande oppervlak is rood, licht gezwollen, pijnlijk en warm.
  • Tweede graad: hier zijn de opperhuid en de lederhuid beschadigd. Het verbrande oppervlak vertoont blaarvorming en is zeer pijnlijk. Meestal worden de blaren omringd door eerstegraads brandwonden.
  • Derde graad: bij een derdegraadsverbranding zijn opper, leder en onderhuid en eventueel onderliggende weefsels beschadigd. Het verbrande oppervlak is zwart, perkamentachtig (verkoold) of wit (gekookt, chemisch product). De derdegraads brandwonde zelf is ongevoelig daar de zenuwuiteinden totaal verbrand zijn. In de omgeving treft men meestal tweede- en derdegraads brandwonden aan.

1.2 Wat te doen?

Eerst water, de rest komt later

De brandwonden koelen we gedurende minsten 10 minuten met fris stromend water, behalve als het een brandwonde is door broom, dan is water verboden. Het kolen stopt verdere verbranding en is pijnstillend.

Kleding die doordrenkt is met bijtende chemische producten, wordt verwijderd. In de andere gevallen wordt de kleding niet verwijderd, omdat men met het verwijderen van ingebrande kleding de huid zou kunnen meetrekken.

Ook juwelen moeten verwijderd worden van verbrande lichaamsdelen.

De verzorging van brandwonden gebeurt als volgt:

Eerste graad

  • Ontsmet met een waterig ontsmettingsmiddel
  • Breng een brandzalf of brand crème aan

Tweede graad en de wonde is beperkt en niet op een gevaarlijke plaats

  • Ontsmet met en waterig ontsmettingsmiddel
  • Brandzalf aanbrengen (Flammazine®)
  • Met steriele kompressen bedekken
  • Verbandje

Geen blaren open prikken wegens het infectiegevaar

Tweede graad met een uitgebreide wonde of op een gevaarlijke plaats

  • Wikkel na het afkoelen de verbrande plaats in natte koude kompressen. Vingers moeten hierbij apart van elkaar ingewikkeld worden.
  • Houd de kompressen op hun plaats met een verband
  • Laat het slachtoffer naar het ziekenhuis vervoeren
  • Gevaarlijke plaatsen zijn het aangezicht, de handen en de buurt van de geslachtsdelen

Derde graad

  • Wikkel na het afkoelen de verbrande plaats in natte koude kompressen. De vingers moeten hierbij apart van elkaar ingewikkeld worden
  • Houd de kompressen op hun plaats met een verband
  • Laat het slachtoffer naar een ziekenhuis vervoeren
  • Gebruik nooit olie,boter, melk op brandwonden. Gebruik ook nooit gekleurde ontsmettingsmiddelen op brandwonden die nog door een dokter moeten gezien worden.

1.3 Gevaren van brandwonden

De gevaren van brandwonden zijn:

  • Uitbreiding van de brandwonde doordat de energie in de huid zich voortplant (daarom koelt men af)
  • Vochtverlies, met gevaar voor shock door te weinig circulerend volume
  • Infectiegevaar

Om deze redenen spreken we van uitgebreide brandwonden bij een oppervlakte van:

  • 1ste graad: 66 %
  • 2de graad: 18 %
  • 3de graad: 1 %

Bij kleine kinderen en bejaarden mogen deze cijfers gehalveerd worden.

Verdeling over het lichaam:

  • hoofd 9 %
  • arm 9 %
  • been 18 %
  • romp 18 %
  • rug 18 %
  • geslachtsorganen 1 %

1.4 Blaren

Door langdurige wrijving of door kneuzing van de huid kunnen blaren ontstaan, gevuld met plasma of bloed. In principe worden blaren niet opengeprikt omdat dit het infectiegevaar vergroot.

Wanneer ze echter gemakkelijk kunnen worden stuk gestoten of stuk getrapt is het beter ze open te prikken op een steriele manier. Dit gebeurt als volgt:

  • Ontsmet de blaar en omgeving met alcohol
  • Prik met een steriele of grondig ontsmette naald in de basis van de blaar op verschillende plaatsen, hierbij houdt men de naald evenwijdig met de huid om te voorkomen dat in de onderliggende weefsels wordt geprikt.
  • Duw met een steriel kompres het vocht uit de blaar
  • Breng wat eosine aan
  • Dek af met een steriel drukkend verbandje

2. Vrieswonden

Bevriezingen ontstaan overwegend an de uiteinden van de ledematen en in het bijzonder aan de tenen en de voorvoet en aan onbeschermde lichaamsdelen zoals neus, oren, wangen en kin. Dit soort wonden vertoont uiterlijk veel gelijkenis met brandwonden maar de behandeling is totaal anders.

2.1 Kenmerken

  • 1ste graad: voorbijgaande roodheid van de huid met hevige pijnstillend
  • 2de graad: sterke zwelling met blaarvorming. De blaren bevatten een bloederig donker vocht. Blauw-rode huidverkleuring en hevige pijn
  • 3de graad: zwarte of blauwe verkleuring, gevoelloos

2.2 Wat te doen?

  • Verwijder natte kledij
  • Verwijder juwelen aan het bevroren lichaamsdeel
  • Dek de vrieswonden steriel af
  • Wikkel het betrokken lichaamsdeel in een niet spannend verband
  • Raadpleeg een dokter

Het is sterk af te raden de lichaamsdelen in te wrijven met sneeuw of onder te dompelen in ijswater.

Het is eveneens af te raden plaatselijke vriesletsels te ontdooien als deze letsels daarna terug bevriezen. Er is dan nog meer schade aangebracht.