Dit is een Gemeentelijke belasting welke moet betaald worden op de verhoging van de waarde van de grond sinds de laatste verkoop, dus niet op de waarde van het gebouw.
Door de naam van de belasting, belasting op de winst bij de verkoop van land, wordt er gesuggereerd dat deze belasting geheven wordt over de winst die iemand behaald heeft door de waardestijging van het grondstuk waarop de woning gebouwd is. De gedachtegang is dat er aan de gemeente moet betaald moet worden omdat de gemeente acties ondernomen heeft die tot de waardestijging van uw eigendom hebben geleid.
In de praktijk wordt er wel een formule gehanteerd die gebaseerd is op de huidige grondwaarde en het aantal jaren dat de grond in bezit van de verkopende partij was. Maar de grondwaarde wordt door veel gemeentes gemanipuleerd dat de waarde van de grond vele malen hoger komt dan de werkelijke waarde.
De belasting wordt betaald door de verkoper maar het is algemeen aanvaard dat de koper dit betaald.
Deze belasting is verschillend van gemeente tot gemeente.
Deze belasting dient betaald te worden binnen de 30 dagen na verkoop en binnen de 6 maanden bij een nalatenschap.
Belangrijke wijziging
Onlangs, op 16 februari 2017, heeft het Spaans Tribunaal Constitucional deze belasting gedeeltelijk ongrondwettelijk verklaard.
In de uitspraak van het Hof wordt gesteld dat er geen winstbelasting mag geheven worden in het geval er geen winst behaald is. Voor deze gevallen wordt de wet dus nietig verklaard.
Deze uitspraak zal er zeker voor zorgen dat de volledige rekenmethode anders opgesteld worden omdat de plusvalía een van de grootste inkomensbronnen voor de Spaanse gemeentebesturen is. In 2015 haalden zij met deze belasting zo maar eventjes 2,65 miljard euro binnen.
Het gevolg is nu dat iedereen die plusvalía betaald heeft op een eigendom waarop geen winst behaald werd deze belasting kan terugvorderen.
Maar deze procedure zal niet eenvoudig zijn. Om te beginnen zal men een claim bij de gemeente moeten indienen en dat verzoek zal afgewezen worden.
Daarna kan men een procedure starten bij de economisch administratieve rechtbank en ook daar is de kans zeer groot dat ook deze rechtbank de gemeente in zijn gelijk zal stellen omdat er geen vervangende wetgeving is.
Daarna zal men naar de provinciale rechtbank (Tribunal Superior de Justicia)moeten trekken om zo via een civiele procedure tot terugbetaling te dwingen.
Na de uitspraak van het Tribunal Constitucional is de kans klein dat deze procedure bij de provinciale rechtbank verloren wordt maar als men verliest draait men op voor alle gemaakte onkosten.